Het voordeel van de Temposchaal
Niet altijd zien we het optimale tempo. Vaak zien we een lager tempo, doordat één of meer van de componenten niet optimaal waren. Om het tempo dan te waarderen gebruiken we een temposchaal.
De tekening hierboven geeft een klassieke impressie weer van de graden van activiteit, uitgedrukt op de Bedaux temposchaal (dat is niet volledig gelijk aan het effectievetempo. Immers bij activiteit 40 is het effect nog steeds 0)
De Bedaux temposchaal loopt van 0 tot over de 100
0 voor : geen enkel resultaat, zonder effect
60 voor : normtempo
80 voor optimaal tempo
In deze schaal zijn dus 60 en 80 de hoofdpunten, de “ankers”. Het tempo 60 (=3/4 x 80) geeft het normtempo aan. In klassieke loonstelsels komt 60 overeen met het basisloon, zonder premie. 80 komt overeen met de optimale situatie, waarvoor een maximale premie van 33 1/3 % betaald wordt.
De proportie 60 tot 80 geeft een realistische verhouding weer tussen de werker die doet wat hij moet doen, zonder inspanning om zijn best te doen en van de werker die er tegenaan gaat en die zich inspant om het beste ervan te maken voor zichzelf en voor de onderneming.
Een tempo boven de 80 duidt op een uitzonderlijke inspanning die mogelijk meer energie kost dan ze opbrengt. Tempi van 100 en hoger wijzen op uitzonderlijke prestaties van de “topsporters” in het werk. Men moet zich afvragen of dergelijke tempi gedurende een hele werkdag kunnen worden volgehouden en of ze niet ten koste gaan van de gezondheid van de werker en de kwaliteit van het product.
Het is duidelijk dat de temposchaal is bedoeld voor toepassing onder bedrijfsmatige omstandigheden en niet voor het sportveld.
Voorbeeld:
Voor lopen op een vlakke, stevige vloer, zonder belasting geldt:
Tempo 60 = 4,5 km/uur
Tempo 80 = 6,0 km/uur
In dit voorbeeld is de bewegingssnelheid maatgevend.
Wanneer we een tempo waarderen met bijvoorbeeld 75, dan bedoelen we daarmee dat het effectieve tempo:
75/80 x het optimale tempo bedraagt , of 75/60 x het normale tempo.
Kortheidshalve geven we tempo dus aan met een getal:
……- 50 – 55 – 60 – 65 – 70 – 75 – 80 – 85 -…..
Dit zijn dus de getallen uit de temposchaal die de verhouding uitdrukken tussen het gewaardeerde tempo tot het optimale tempo 80 of het normtempo 60.
Wij waarderen met getallen die telkens met 5 punten opklimmen. In gevallen van onoplosbare twijfel wordt een middenwaarde aangegeven, bijvoorbeeld: 65/70.
Het grote voordeel van het invoeren van de temposchaal is dat we nu niet meer afhankelijk zijn van de snelste werker, of dat onze waarnemingen ongewenst beïnvloed worden door tempoverschillen bij verschillende werkers. Deze verschillen worden in onze uitwerking geneutraliseerd.
In de praktijk is gebleken dat waarnemingen op het zelfde werk bij verschillende werkers en/of door verschillende ervaren analisten uitkomsten opleveren die binnen een marge van 5% verschil liggen.